WONEN IN ITALIË – Het leven gaat verder

Hoe gaat het nou met je, wordt me de hele dag gevraagd. Dat is moeilijk uit te leggen. Rouw gaat in golven. Tenminste bij mij.

Als ik afleiding heb, kan ik me redelijk goed voelen. Maar als de avond en vooral de nacht valt, dan kan het gemis me opeens overvallen.

Gelukkig heb ik veel afleiding. Een dag na thuiskomst belde het Rode Kruis al op. Er zouden vrijdagavond twee nieuwe ambulances in gebruik genomen worden. Er werd van mij verwacht dat ik daar als vrijwilliger bij zou zijn. Na afloop zouden we gezamenlijk eten.

Ach, dacht ik, laat ik maar gaan. Het leidt me af. Ik stelde me voor hoe zo'n inauguratie hier zou verlopen en zag in gedachte al een priester met een wijwaterkwast van de ene auto naar de andere lopen. En zo ging het in grote trekken ook die vrijdagavond. Eerst een openluchtmis en daarna eten.

Ik krijg veel uitnodigingen. Mensen die me te eten vragen of me uitnodigen voor een borrel. En dat helpt echt wel een beetje. Je drinkt wat, praat over wat je hebt meegemaakt en zo kan ik dan weer even m'n hart luchten.

Ook mijn vrienden en vriendinnen uit Nederland bellen en schrijven veel. Dat doet me goed. Met de meesten deel ik een verleden van zo'n veertig, soms wel vijftig jaar. Ik zou het erg vinden als dat contact zou verwateren.

En dan zijn er ook de mensen die net doen alsof er niks aan de hand is zoals Bosniër Giorgio die mij helpt met de tuin. "Hallo Christina, alles goed?" Kwam hij vrolijk m'n tuin binnen lopen.

"Je weet toch dat m'n moeder is overleden?" "Ja maar ze was toch al 97?" Ik weet waarom hij dit zegt. Zijn eigen ouders zijn in Banja Luka bij een bombardament om het leven gekomen en zelf is deze man de afgelopen jaren diverse malen geopereerd. Daar refereerde hij ook meteen aan.

"Ik heb de laatste jaren zoveel jonge mensen in ziekenhuizen zien sterven..." Zijn houding is begrijpelijk maar het schoot mij toch in het verkeerde keelgat.

Natuurlijk heb ik veel geluk gehad met zo'n gezonde moeder die na een vreedzaam leven pas op haar 97e overleed. Maar van een beetje vriend verwacht je toch begrip voor het feit dat jij ook verdriet hebt, gewoon omdat je je moeder kwijt bent.

In het gewone dorpsleven vind ik gelukkig veel troost. Italianen tillen zwaar aan het verlies van een moeder, ongeacht haar leeftijd. "La mamma è la mamma" reageren ze iedere keer weer begripvol als ze de tranen in m'n ogen zien.

Ik drink dezer dagen dan ook heel wat koffie op de piazza. Het is altijd fijn er bekenden te ontmoeten. En helemaal als ze wat lieve woorden tegen je zeggen of je even in je schouder knijpen. Dat helpt ook.

En dan die lieve Grazia, mijn buurvrouw, die komt iedere dag wel even kijken hoe het ermee staat. Ze vertelde dat ze bij koster Carla een mis heeft aangevraagd die opgedragen wordt aan mijn moeder.

Dat vind ik ontroerend. Temeer daar mijn moeder dat ook deed voor overleden naasten, bv. voor m'n vader. Dus binnenkort zal de naam van mijn moeder hierboven in het kerkje worden opgelezen. Dat had ze mooi gevonden.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.